“Het liefst deed ik ze alle elf”

Tenaamstelling op facturen wijzigt
27 May 2019
Scholingsaanbod voor tandartsen
1 January 2020

Khee Hian Phoa

 

Als tandheelkunde ingewikkeld wordt en interdisciplinair, leeft Khee Hian Phoa op. Na 36 jaar in het tandartsvak en twee differentiaties is hij nog altijd niet uitgeleerd. Hij is Tandarts-MFP en Restauratief Tandarts, heeft een praktijk in Rotterdam, is parttime verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum, erelid van de NVVRT en voorzitter van de Specialist Committee van de European Prosthodontic Association. Phoa vertelt wat zijn leergierigheid hem brengt en hoe belangrijk bij- en nascholing is.

“Eigenlijk wilde ik oogarts worden. Maar toen mijn broer vier keer werd uitgeloot voor geneeskunde, koos ik voor tandheelkunde. Na al die jaren in dit vak heb ik nooit met spijt op die keuze teruggekeken. Ik haal veel voldoening uit zowel de breedte als de diepte van het tandartsvak.”

Vijf bijzondere beroepen

“De aantrekkingskracht blijft dat ik als tandarts vijf bijzondere beroepen kan combineren: je bent wetenschapper, medicus, psycholoog, ambachtsman en ondernemer. Je onderzoekt en ontwikkelt, helpt en begeleidt patiënten, werkt met je handen en houdt een zaak draaiend. Om dat optimaal te kunnen doen, is het zaak om te blijven leren. Als tandarts moet je eigenlijk steeds het gevoel hebben dat je nog niets weet en dat wat vandaag goed is, morgen beter kan. Tijdens mijn volontairschap maakte ik kennis met gnathologie en werd ik gegrepen door wat er binnen het vak allemaal te ontdekken valt.”

Aan de wieg van erkenning

“Ik heb nooit geloofd in een overschot aan tandartsen; de waarschuwing die klonk in de jaren tachtig toen ik afstudeerde. Ik zocht als snel een niche op door te kiezen voor de differentiatie Tandarts-MFP, een specialisme dat me aantrok door de complexiteit en hoe je patiënten met iets heftigs als hypodontie echt een beter leven kunt geven. De differentiatie Restauratief Tandarts bestond toen nog niet. Als bestuurslid van de NVVRT stond ik aan de wieg daarvan en heb ik geijverd voor Europese erkenning. In 2010 was ik een van de eerste drie die het examen voor EPA-specialist aflegden. In 2015 volgde de Europese erkenning. In Europa zouden tandartsen nog meer van elkaar moeten leren en streven naar gemeenschappelijke richtlijnen. De noordelijke landen met hun sterke preventie kunnen daarin gidsend zijn.”

Leren met hun handen

“Dat bij- en nascholing een enorm grote rol speelt, ontdek je vooral als je wat langer in het vak zit. Dan besef je dat je na een aantal jaren eigenlijk weinig meer hetzelfde doet: alles in het vak verandert. Het valt nu al te voorspellen dat met name digitalisering en de grotere rol voor preventie het vak verder gaan veranderen. Of bij- en nascholing verplicht wordt of niet, je bent het aan je patiënten verplicht om je voortdurend te ontwikkelen. Een tandarts is tenslotte pas bevoegd als hij bekwaam is. Een deel valt uit vakliteratuur te halen, maar ik merk bij de begeleiding van masterstudenten dat tandartsen heel visueel zijn ingesteld, dat ze leren met hun handen. Casuïstiek in kleine groepen met veel interactie: dat is nog steeds de beste leerschool. Net als de wandelgangen van congressen trouwens, waar je ervaringen met collega’s uitwisselt.”

Constante reminder

“Als President van de EPA ben ik nu bezig met de organisatie van ons congres in de Beurs van Berlage, dat in september plaatsvindt. Het thema is de wetenschap én de kunst van prosthodontie. Er hebben zich al bijna duizend deelnemers voor ingeschreven. Ik kijk ernaar uit om met al die congresgangers de diepte in te duiken. Toch blijft ook de breedte van het tandartsvak me trekken. Elke differentiatie heeft me een vollediger beeld van tandheelkunde gegeven. Het liefst deed ik ze alle elf! Blijven leren is volgens mij ook de beste manier om een burn-out buiten de deur te houden. Het is fijn om bij het KRT een betrouwbaar overzicht te hebben van je erkende deskundigheidsbevordering. Voor tandartsen is het ook een constante reminder om te blijven bijleren binnen dit ongelofelijk boeiende vak.”

Tekst: Marnix Simonis / Fotografie: Joni Israeli