Instellingsaccreditatie

Met instellingsaccreditatie verkrijgt de aanbieder de mogelijkheid om zelfstandig punten toe te kennen per categorie. Instellingsaccreditatie is mogelijk voor aanbieders van bij- en nascholing die bewezen kwaliteit leveren en meerder aanvragen doen per jaar. De kwaliteit is aantoonbaar met twee jaar volledig en foutloos ingediende aanvragen en bijbehorende evaluaties van bij- en nascholing.

Criteria voor instellingsaccreditatie

1. Aanbieders met een instellingsaccreditatie overleggen jaarlijks een evaluatieverslag van het voorgaande jaar (studie of kalenderjaar) met daarin een overzicht van geaccrediteerde bij- en nascholing met ten minste reflectie van de organisatie op:

• de geleverde kwaliteit zoals ervaren door de cursist.
• de didactische vaardigheden van de docenten/ sprekers.
• de resultaten voor de gestelde leerdoelen per geaccrediteerde bij- en nascholing.
• geboden transparantie over commercie en belangen.

Voor de evaluatie wordt een format gebruikt waarmee een vergelijking tussen verschillende bij- en nascholingsactiviteiten mogelijk wordt.

1. Onder instellingsaccreditatie ingevoerde bij- en nascholing wordt jaarlijks steekproefsgewijs gecontroleerd. Een onjuiste toekenning invoer van gegevens en punten wordt gemeld en gecorrigeerd.
2. De aanbieder kan de instellingsaccreditatie verliezen als:

• Bij regelmaat er sprake is van onjuiste toekenning van punten.
• Het jaarlijkse evaluatieverslag niet, onvolledig of niet tijdig is ingediend.
• Uit jaarlijkse evaluatieverslagen blijkt dat kwaliteitsgebreken niet adequaat worden opgelost.
• De gemiddelde waardering van de aanbieder, gemeten met reviews door het KRT, lager is dan 4.0 (4 sterren).