In zijn loopbaan die leidde naar 14 tandartspraktijken met 140 medewerkers, deed Harrie Op de Laak een schat aan kennis op. In de praktijk en met bij- en nascholing daarbuiten. Nu is Op de Laak vooral bezig met het overdragen van die kennis, zodat een nieuwe generatie tandartsen is uitgerust voor de vier grote uitdagingen die hij voor de tandheelkunde ziet. Met een hoofdrol voor ouderen en jongeren.
“Sinds mijn afstuderen, 28 jaar geleden, heb ik altijd doorgeleerd. Noodzakelijk, want aan 6 jaar scholing heb je beslist niet genoeg. Bovendien veranderen mensen en snelt de wetenschap voort. Dat stilstand achteruitgang is, geldt zeker in de tandheelkunde.”
Vergrijzing en achterstand
“Ik herinner me mijn eerste cursus nog goed. Gedurende twee jaar stortte ik me een lang weekend per maand op orthodontie. Momenteel volg ik een cursus aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daar leer ik in zes dagen veel over gerodontologie. Ouderenzorg zie ik, met de toenemende vergrijzing en veel achterstand, als één van de grote uitdagingen voor de toekomst. Een andere is de tandheelkundige jeugdzorg. We zien nu weer een teruggang in kindergebitten, omdat preventie en opvoeding door ouders onder druk staan. Ook cosmetische tandheelkunde maakt een enorme opmars door een grotere publieke belangstelling. En tenslotte gnathologie: dat is nog een ondergeschoven specialisatie waar veel meer patiënten baat bij kunnen hebben.”
Overdragen van kennis
“Vooral gerodontologie zal een vlucht nemen. Tandheelkunde bij ouderen is nog tamelijk complex. Allerlei medicatie heeft invloed op de mond, bijvoorbeeld. Je ziet dat mensen op latere leeftijd steeds meer hun eigen tanden nog hebben. Maar ouderen poetsen in de regel minder en cijferen pijn makkelijk weg. Dat maakt ze tot een kwetsbare groep, waar snel veel achterstand ontstaat. We zien ze te weinig, terwijl hun groep groeit. Er is dus werk genoeg voor de tandartsen in mijn praktijken. Jarenlang heb ik praktijken gekocht met als doel voor patiënten een zo compleet mogelijk aanbod te creëren. Ik ontmoette hierbij enthousiaste mensen met wie ik altijd een vorm vond om samen te werken. De laatste tijd besteed ik heel veel aandacht aan het overdragen van kennis. Om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen natuurlijk, maar ook omdat ik veel voldoening haal uit het delen van mijn kennis en ervaring.”
Individuele leercurve
“Ik probeer voor iedere tandarts een mooie individuele leercurve te creëren. Die vul ik in door letterlijk naast ze te staan en door samen te kijken naar de best passende bij- en nascholing. Dan is het fijn om te kunnen putten uit hoe ik zelf deskundigheidsbevordering heb ervaren. De kracht van interactie in kleine groepen, waarbij je foto’s en werkstukken bespreekt. Maar ook de grote congressen, waar goede sprekers de laatste ontwikkelingen en inzichten uitgebreid toelichten. Onlangs heb ik een hele dag met een professor uit Leuven, een collega-implantoloog, samen mogen opereren en kennis mogen delen: buitengewoon boeiend! Zowel met gnathologen als met implantologen komen we zo’n drie keer per jaar samen en juist van je collega’s kun je enorm veel opsteken. Er blijft nog zo veel te leren.”
Completer beeld
“Het werken vanuit een breed kennispalet heb ik altijd het mooie van dit vak gevonden. Dat je op het ene moment een chirurgische ingreep doet en even later met een patiënt praat over pijnbestrijding. Geen dag is hetzelfde. Dat je je kennis kunt aantonen, vind ik een vanzelfsprekendheid. Via het KRT gaat dat prima, probleemloos. Hoe breder je je als tandarts bekwaamt, hoe completer je beeld van een patiënt wordt. Daarom speelt het opdoen én het delen van kennis zo’n grote rol in mijn loopbaan. En hoe completer je het beeld van elke patiënt ziet, hoe interessanter het vak wordt. Zo interessant, dat ik er zo’n 50 tot 60 uur per week mee bezig ben. Niet omdat het moet, maar omdat ik er zo veel plezier in heb. Het is bijna een verslaving.”
Tekst: Marnix Simonis / Fotografie: Joni Israeli
Een KRT-account is gratis voor master studenten tandheelkunde.